Een groot deel van de kinderen met het PTEN syndroom heeft ook afwijkingen aan het gebit.

Het tandglazuur kan van minder goede kwaliteit zijn, waardoor gemakkelijker gaatjes kunnen ontstaan.

Goed poetsen en een eventuele fluorbehandeling kunnen behulpzaam zijn deze gaatjes te voorkomen.

Een groot deel van de kinderen heeft dikker tandvlees dan gebruikelijk.

Dit komt niet doordat kinderen hun gebit niet goed poetsen. Maar ook hiervoor geldt dat goed poetsen wel belangrijk is, omdat er gemakkelijker bacteriën groeien in, onder en tussen dit dikkere tandvlees.

Bij een klein deel van de kinderen staan de tanden niet netjes naast elkaar in de kaak, maar voor en achter elkaar. Dit maakt kauwen en afbijten moeilijker. Een deel van de kinderen zal een beugel nodig hebben om de tanden recht in de kaak te laten staan.