Tijdelijke losse uitwendige protheses

Dit zijn een soort kussentjes gevuld met watten. Ze zitten zeker niet perfect maar het is een goede tijdelijke tussenoplossing. Ze worden gedragen tot aan een borstreconstructie of permanent. Dit laat toe om de wonde (en het litteken) voldoende te laten herstellen. Ze zijn zacht voor de wonde en het nog gevoelige litteken en geven je toch een vrouwelijke vorm. Enige ongelijkheid kun je camoufleren met kleding. Men moet er wel rekening mee houden dat je je huidige beha’s niet meer kan gebruiken. In een lingeriespeciaalzaak kun je speciale prothesebeha’s aanschaffen. Dit zijn beha’s zonder beugel en met vaak een special zakje waarin je de prothese kunt schuiven. Ze kunnen nadien ook soms gebruikt worden voor het dragen van de permanente losse silicone prothese.

Link Stichting Breiboezem; Brei Boezem

Borstreconstructies na mastectomie of preventieve amputatie

Bij een borstreconstructie maakt men een kunstmatige borst met tepel en tepelhof op de plaats van de amputatie. Soms is het ook nodig om in een latere fase de andere nog eigen gezonde of de kunstmatige borst te gaan corrigeren. Er kan immers sprake zijn van een verschil in vorm of grootte tussen beiden borsten. Men gaat dit dan corrigeren door de borst te liften, te verkleinen of te vergroten met behulp van een implantaat of injectie van eigen vetweefsel. Enkele maanden na de reconstructie zal men overgaan tot een tepelreconstructie. De reconstructie ter hoogte van de amputatie kan uitgevoerd worden gelijktijdig met de amputatie of nadien op een later moment. Meestal word er gekozen voor een reconstructie op een later tijdstip omwille van medische bezwaren; bv. er is nog bestraling of chemotherapie nodig.

Bij borstreconstructies bestaan er twee grote groepen van mogelijke ingrepen:

Reconstructies door synthetische implantaten

Dit traanvormige implantaten gevuld met siliconengel of waterige zoutoplossing of een combinatie van deze twee. Om de implantaten goed te kunnen inbrengen, is het vaak nodig om eerst de weefsels uit te rekken. Dit wordt gedaan met behulp van een tijdelijke expander. Na het inbrengen van zo’n expander wordt een kleine hoeveelheid zoutoplossing in de expander geïnjecteerd. Nadien moet men op regelmatige tijdstippen terugkeren om meer zoutwater in de expander te laten injecteren. Na drie tot zes maanden zullen de huid en de spieren voldoende uitgerekt zijn om de tijdelijke expander te verwijderen en het definitief implantaat te plaatsen. De tepel en het tepelhof zullen dan bij latere ingrepen worden gereconstrueerd. De nadelen van synthetisch prothesemateriaal zijn mogelijke lekkage, een verharding rond het implantaat, huidperforatie en infectie. Ook word er aangeraden om een implantaat na ongeveer 10 jaar te vervangen. Een borstreconstructie met eigen weefsel kent die nadelen niet, maar vergt wel een zwaardere operatie en is duurder en maar onder bepaalde voorwaarden terugbetaald door je ziekenfonds/ziekteverzekering.

Reconstructies door eigen weefsel

Borstreconstructies kunnen ook gebeuren met huid en vet van je eigen lichaam. Men noemt deze flapreconstructies. Er bestaan verschillende plaatsen waar men deze ‘flaps’ kan wegnemen. De buikflap word het meest gebruikt. Hiervoor moet er wel voldoende buikvet aanwezig zijn en mogen geen litteken van vroegere operaties zijn.
De bil flap zal meestal gekozen worden als de patiënt erg mager is en weinig of geen buik heeft. Als alternatief kan men ook kiezen voor een dij flap. De rug flap word vooral gekozen als er een prothese moet bedekt worden en er geen voldoende borsthuid voorhanden is. Uit een rug flap kan men zelden een volledige eigen weefsel reconstructie maken. Alle vier flap technieken geven een vrij groot litteken waar het werd weggenomen. Doch dit litteken word zodanig aangebracht dat het bijna steeds volledig kan verstopt worden onder ondergoed, badpak of bikini. De grote voordelen van flapreconstructies zijn, dat het resultaat er meestal zeer natuurlijk uitziet, dat er geen lichaamsvreemde voorwerpen in het lichaam gebracht worden en dat de tepel gelijktijdig kan worden gereconstrueerd (of tijdens een volgende ingreep).
Nadelen zijn dat na een flapreconstructie dikwijls een tweede operatie moet worden uitgevoerd om de borst haar definitieve contouren te geven; een reconstructie met eigen weefsel kost ook veel meer dan een reconstructie met een implantaat.

Reconstructies van tepel en  tepelhof

Tepel en tepelhof reconstructie gebeurd meestal pas na 3 tot 6 maanden na de borstreconstructie. Het is noodzakelijk om de borst eerst zijn definitieve vorm en plaats te laten innemen en daarna pas de juiste positie van de nieuwe tepel te bepalen. De tepel wordt meestal gereconstrueerd met huid van de nieuwe huidflap met een eenvoudige ingreep zonder narcose en duurt vaak niet langer dan 15 minuten. Het geeft uiteraard kleine littekens ter hoogte van de borst/tepel, maar ze worden later gecamoufleerd door de tatoeage van het tepelhof en tepel. De tatoeage vindt pas plaats na één tot drie maanden van de tepelreconstructie. De tatoeage moet wel herhaald worden na enige jaren omdat het pigment kan vervagen. Het uiteindelijke gevoel in de tepel is wel anders dan in een natuurlijke tepel.

Uitwendige borstprotheses

Wanneer je als vrouw geen borstreconstructie wenst, kan je nog altijd kiezen voor het dragen van een uitwendige prothese. Hiervan zijn er twee soorten te verkrijgen in de gespecialiseerde lingeriewinkels.

Permanente losse protheses worden gedragen in een speciale prothesebeha. Ze zijn gemaakt van een speciaal siliconenmengsel omhuld met een zachte folie die op huid gelijkt en hebben ongeveer dezelfde vorm en gewicht als een echte vrouwenborst. Ze gaan jaren mee en je kan er zelfs mee gaan zwemmen, al zal dit de levensduur van de prothese wel gaan verkorten.

Permanente plakprotheses zijn ook uitwendige protheses, maar met een plakrand aan de achterzijde. Je kunt ze dus op de huid plakken met als groot voordeel dat de prothese dus minder gemakkelijk verschuift als je beweegt. Ze zijn echter niet voor iedereen geschikt. Enkel patiënten met egale en vlakke littekens ten gevolge van de amputatie komen hiervoor in aanmerking. Ze mogen ook pas gedragen worden vanaf een jaar na de operatie, dit om het litteken of wonde niet te gaan irriteren.