Een woordje uitleg over ons DNA en chromosomen om het ontstaan van PHTS beter te kunnen begrijpen.
In iedere cel van ons lichaam zit een kopie van de helft van het erfelijkheidsmateriaal van je ouders, in de vorm van chromosomen. Ieder mens bezit 23 unieke chromosoomparen. Elk chromosomenpaar bestaat uit een chromosoom van vaderlijke en een van moederlijke oorsprong. Deze chromosomen zijn voor te stellen als een lange streng. Ze bestaan uit een lang molecule dat we DNA noemen. Op deze DNA-streng zitten de genen. Deze genen bevatten codes waarin al onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. Zo zorgen zij ervoor dat er bepaalde eigenschappen worden overgeërfd. Zoals de kleur van ons haar en onze ogen.
Elk gen is een stukje afgebakend DNA. Dit stukje DNA bevat meestal de code voor de vorming van een bepaald eiwit. Elk gen bevat dus de informatie om één van de vele eiwitten te vormen, waaruit ons lichaam is opgebouwd. Zij zijn de bouwstenen van ons lichaam. Ze zijn essentieel voor elke lichaamscel. Zij zorgen voor de stevigheid van een cel. Zij bepalen of de cel een zenuwcel, spiercel of haar cel wordt of een andere taak krijgt. Sommige eiwitten zijn enzymen die helpen bij het omzetten van de ene in de andere stof. Eiwitten vormen de basis voor het functioneren van ons lichaam. Eiwitten zijn dus de bouwstenen van ons lichaam.