Deze word ook wel afweersysteemtherapie genoemd. Deze therapie heeft een dubbel doel: ze gaat het eigen afweersysteem versterken, zodat deze de kankercellen beter aanvallen. Daarnaast maakt het de tumorcellen beter zichtbaar voor het afweersysteem.
Er bestaan verschillende vormen van immunotherapie waarvan we enkel immunotherapeutische antilichamen hieronder bespreken. Andere vormen van immunotherapie zitten nog in een te vroeg stadium van onderzoek waarbij er nog onvoldoende bewijs is van voordeel voor de patiënt (op een aantal uitzonderingen na).
Bij de immunotherapeutische antilichamen kunnen we 2 groepen onderscheiden:
Immunotherapeutische antilichamen,
gericht op de tumor
Alle cellen (gezonde en kanker) hebben antigenen aan de buitenkant van de cel zitten. Dit is een unieke structuur per soort cel. Ons afweersysteem kan deze antigenen aflezen. Zo kan het zien of het een goede, lichaamseigen cel is of een vreemde indringer waar tegen gevochten moet worden. Ook een kankercel heeft antigenen, nl. tumorantigenen en kan dus door ons afweersysteem als vijand herkend worden. Het afweer systeem probeert de tumorcel dan uit te schakelen door bv. het produceren van antilichamen tegen de tumorcel. Antilichamen kunnen ook in het laboratorium gemaakt worden en kunnen een bepaald doel (antigen) op de tumorcel opzoeken. Elke soort kanker heeft zijn eigen specifieke anti-genen en voor sommige van deze antigenen bestaat een antilichaam. Doordat de behandeling heel specifiek op één antigen werkt, blijft het gebruik van deze medicatie beperkt.
Er zijn verschillende manieren om deze immunotherapeutische antilichamen gericht op tumor antigenen te gaan inzetten. Zo o.a. Chemogelabelde of radiogelabelde antilichamen.
Aan het antilichaam zit een chemotherapeutisch of radioactief geneesmiddel gekoppeld. Doordat het antilichaam een specifiek doel op de tumorcel opzoekt, wordt de behandeling efficiënt tot bij de tumor gebracht. Hierdoor zijn de bijwerkingen vaak ook beperkter, gezien gezonde weefsels minder schade ondervinden.
Immunotherapeutische antilichamen,
gericht op cellen van ons afweersysteem
Onze afweercellen bezitten ook antigenen. Een aantal van deze antigenen helpen bij controleren van onze afweer. Deze worden “immune checkpoints” genoemd, omdat ze ervoor zorgen dat het afweersysteem voldoende sterk, maar ook niet buitensporig reageert. Het zijn eigenlijk een soort van rem.
Bij kanker wordt het afweersysteem vaak te veel afgeremd, waardoor de tumorcellen vrij spel hebben.
Tegenwoordig bestaan er ook medicaties om deze rem terug los te maken en het afweersysteem te stimuleren de kanker aan te vallen. Men noemt deze geneesmiddelen immune-checkpoint-inhibitoren.
Meer info: www.allesoverkanker.be en www.kanker.be en https://www.kanker.nl/