Diagnose

In de kern van onze  lichaamscellen zit steeds dezelfde genetische informatie omdat deze telkens opnieuw naar andere cellen word gekopieerd en zo ook het PTEN-gen met een eventueel aanwezig defect. Een uitzondering hierop vormen de kernen van de rijpe geslachtscellen (zaadcellen en eicellen) want zij bevatten slechts de helft van het genetisch materiaal.  Analyse van het DNA uit de celkernen van de lichaamscellen zal het genetisch defect in het PTEN-gen kunnen aantonen.  Meestal gebeurt de analyse op witte bloedcellen van bloedstalen. Maar dit onderzoek kan ook op andere cellen uitgevoerd worden zoals de cellen van het speeksel.

 

Uit onderzoeken blijkt dat slechts bij 80% van de personen met een sterke verdenking op PHTS daadwerkelijk een PTEN-gen defect wordt teruggevonden via DNA onderzoek. Dit betekent dus dat er niet bij iedereen, die symptomen vertoont, ook een genetisch defect kan aangetoond worden in de onderzochte cellen.

 

Zij krijgen dus geen genetische bevestiging van de diagnose. Wel krijgen zij een klinische diagnose (werkdiagnose), gebaseerd op het voorkomen van een combinatie van symptomen uit onderstaande lijst.

 

De klinische diagnose is een heikel punt en er zijn verschillende tabellen met criteria die gebruikt worden. Er is geen uniforme lijst van algemeen gebruikte criteria. Bovendien zijn de lijsten die gebruikt worden voor diagnose onderhevig aan verandering.

Hier geven we de diagnostische criteria van het National Comprehensive Cancer Network van de USA om tot een “werkdiagnose” te komen.

(Pilarski en medewerkers, J Natl Cancer Inst, 2013).

=> Een klinische diagnose wordt gesteld bij aanwezigheid van;

3 grote criteria, waaronder in elk geval macrocefalie of Lhermitte-Duclos (cerebellair gangliocytoom) of hamartomen van het maag-darmstelsel

OF

2 grote criteria én 3 kleine criteria

=>Indien een familielid reeds de diagnose heeft van PHTS op basis van deze klinische kenmerken of op basis van genetisch onderzoek dan wordt de diagnose bij een ander familielid gesteld als er ten minste:

2 grote criteria zijn (eender welke)

OF

1 grote en twee kleine criteria zijn

OF

3 kleine criteria zijn

*borstkanker
*endometriumcarcinoom (baarmoederslijmvlieskanker)
*schildklierkanker (folliculair)
*3 of meer hamartomen van het maag-darmstelsel (inclusief ganglioneuromen, geen hyperplastische poliepen,)
*Ziekte van Lhermitte Duclos (goedaardig hersengezwel, specifiek voor PHTS)
*Groot hoofd (groei boven de  97ste lijn bij kinderen) (Bij de vrouw > 58 cm en de man > 60 cm)
*vlekkerige pigmentatie van de eikel van de penis (bruine vlekjes)
*Meerder letsels ter hoogte van huid of slijmvliezen zoals:
– drie of meer trichillemomen waarvan minstens 1 met biopt bewezen
– drie of meer acrale keratosen, (verhoornde puntjes ter hoogte van handpalmen of
voetzolen en/of acrale  hyperkeratotische papels)
– drie of meer neurinomen ter hoogte van de huid of slijmvliezen
– drie of meer papillomen in de mond, vooral op tong en tandvlees Deze letsels moeten met biopsie aangetoond worden OF door een dermatoloog bevestigd worden.
*een aan autisme verwante stoornis
*Kanker van de dikke darm
*glycogene acanthose van de slokdarm (plakvormige verdikkingen van het slijmvlies van de slokdarm)
*Drie of meer goedaardige gezwellen van het vetweefsel ≥ 3 stuks
*Verstandelijke beperking met IQ gelijk of lager dan 75
*niercelkanker
*Vetweefselgezwel (lipoom)  ter hoogte van de  teelbal
*schildklierkanker (papillair of folliculaire variant van papillair)
*goedaardige  schildklierknobbels (o.a. adenomen, multinodulair struma)
*afwijkingen van de bloedvaten (inclusief meervoudige misvormingen van de aders in de hersenen)

 

Er wordt geadviseerd om personen door te verwijzen naar een klinisch geneticus voor verder onderzoek, ook als ze niet volledig voldoen aan de vermelde criteria

 

De handige link hieronder werd ontwikkeld door het Genomic Medicine Institute van de Cleveland Clinic in Cleveland, Ohio in Amerika. Zij worden vaak beschouwd als de pioniers in het onderzoek naar PHTS. Zij zijn wereldwijd ook degenen die het meest onderzoek verrichten naar het syndroom. Wanneer u vermoedt dat u of een patiënt PHTS heeft, kunt u met behulp van deze link enkele vragen beantwoorden en ontdekken of uw vermoeden terecht is.

 

Wij raden U ten stelligste aan om dan een consult aan te vragen bij een klinisch geneticus voor verder onderzoek en eventueel DNA-analyse